Woensdag heeft onderwijswethouder René van Ginderen een bezoek gebracht aan de Norbertus Gertrudis Mavo in Roosendaal. Hij ging daar in twee rondes in gesprek met leerlingen van het Da Vinci College, de Norbertus Gertrudis mavo en het Norbertus Gertrudis Lyceum.
Dit om uit eerste hand te horen van deze jongeren hoe zij deze corona-periode ervaren.
Schooljeugd brengt grote offers voor de andere generaties
“Ik ben er enorm trots op hoe deze jongeren omgaan met deze bizarre tijd,” aldus René van Ginderen. “Zeker voor jongeren zijn de maatregelen soms moeilijk te bevatten. Dat ze zich desondanks toch zó goed aanpassen aan de regels verdient echt een groot compliment. Ze brengen grote offers voor de andere generaties.”
Reacties op persconferentie
Dinsdag tijdens de persconferentie van de regering werd duidelijk dat voorlopig geen versoepelingen van de maatregelen te verwachten zijn. De leerlingen reageerden daar wisselend op. Ze begrijpen heel goed dat het nodig is, maar vinden het wel erg lang duren allemaal. De online lessen en de open ramen die voor de ventilatie moeten zorgen werden uitgebreid besproken. Ook de verveling en hoe daarmee om te gaan waren ‘hot items’. De een zoekt zijn heil op social media, de ander in sporten, hoe beperkt dan ook. Sommigen mogen alleen trainen en geen wedstrijden spelen, anderen moeten ver van tevoren een reservering maken bij de sportschool.
Ook de vuurwerkproblematiek kwam aan bod, en ook hier was het beeld divers. Sommige kinderen die in de betrokken wijken woonden, gaven aan soms bang te zijn geweest en slecht te hebben geslapen. Anderen waren ronduit tegen het vuurwerkverbod. Op de vraag hoe de verveling kan worden tegengegaan kwamen de suggesties van meer jongerencentra, faciliteiten als de skatebaan zoals hij in de maak is op Stadsoevers, en meer mogelijkheden voor sport en sociale contacten, binnen de maatregelen van corona.
Alert blijven
“Juist in deze fase van hun leven, waarin ze zichzelf volop aan het ontdekken zijn, is bewegingsvrijheid enorm belangrijk. En daar worden ze nu drastisch in beperkt,” vindt de wethouder. “Ze passen zich heel goed aan en tonen een enorme flexibiliteit, maar we moeten er met z’n allen wel scherp op blijven dat ze niet afdwalen. Verveling of zelfs depressiviteit liggen op de loer en als dat niet op tijd onderkend wordt, dan kan dat verregaande gevolgen hebben. Voor de jongere zelf, én voor de maatschappij. Daarom wil ik graag met deze jonge mensen in gesprek zijn en blijven, om zelf te ervaren hoe het met ze gaat. En dat doe ik niet alleen op scholen, maar ook op andere plekken.”
