“Wat een kampioen. Hij ontwikkelde zichzelf van laaggeletterde tot taalstrijder in hart en nieren. Door zijn grote inzet en enthousiasme gingen veel mensen die moeite hadden met lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden op cursus. Hij is al tientallen jaren actief. Maar zijn énorme betrokkenheid daalt niet. Hij is het ultieme voorbeeld van een Taalheld.” Met dat vakjurycommentaar kreeg Theo van Kessel de Taalheldenprijs 2022. H.K.H. Prinses Laurentien der Nederlanden, oprichter van Stichting Lezen en Schrijven, reikte de prijs voor de zevende keer uit. De prijs zet mensen in het zonnetje die zich op een bijzondere manier inzetten voor het verbeteren van basisvaardigheden, die van zichzelf of die van anderen. Er waren 43 genomineerden, verdeeld over drie categorieën. De jury bestond uit Sheila Sitalsing (columnist en journalist), Simone Weimans (nieuwslezer) en René Karst (liedjesschrijver en zanger). Achmea en Nationale Postcode Loterij maakten de Taalheldenprijs mede mogelijk.
De Taalheden van 2022 zijn:
Laaggeletterdheid
In Nederland hebben 2,5 miljoen volwassenen moeite met lezen, schrijven of rekenen. Daardoor kunnen ze vaak minder goed omgaan met een computer of smartphone. Dat heeft veel gevolgen. Veel laaggeletterden vinden moeilijker een baan. Ze leven ongezonder. Grip hebben op hun geldzaken is ook lastiger. Stichting Lezen en Schrijven zet zich ervoor in, dat iedereen voldoende basisvaardigheden heeft om mee te kunnen doen op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Daarom ondersteunt Stichting Lezen en Schrijven bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en scholen met onder meer advies, cursusmateriaal op het laagste taalniveau, onderzoek en trainingen. Ook maakt de Stichting Lezen en Schrijven laaggeletterdheid onderwerp van het gesprek bij het Nederlandse publiek.
Gespreksonderwerp
Veel laaggeletterden voelen jarenlang angst en schaamte om tegen anderen te zeggen dat ze moeite hebben met taal, rekenen en digitale vaardigheden. De Stichting Lezen en Schrijven wil dat laaggeletterdheid een normaal gespreksonderwerp wordt met collega’s, familieleden en vrienden. Een samenleving wordt sterker als iedereen kan meedoen.