In de ambulanceregio Midden- en West-Brabant is 0,85% van de inwoners als burgerhulpverlener oproepbaar wanneer een buurtbewoner een hartstilstand krijgt.
In Zuid-Holland en Utrecht is slechts 0,1% geregistreerd. Overijssel scoort het beste met 1,6%. Onze regio zit daar ergens tussenin.
Burgerhulpverlener
In Nederland zijn er 2 miljoen mensen die recent hebben leren reanimeren. Slechts 90.000 van hen zijn burgerhulpverlener. Zij kunnen worden opgeroepen op het moment dat een buurtbewoner plotseling een hartstilstand krijgt.
Belt iemand 112 vanwege een hartstilstand, dan krijgen de burgerhulpverleners die toevallig in de buurt zijn een seintje. Hebben ze op dat moment de handen vrij, dan kunnen zij de eerste hulp bieden.
6-minutenzone
Hoe sneller reanimatie wordt gestart, hoe groter de overlevingskans. Zes minuten is daarbij zo´n beetje de grens. De zogeheten aanrijtijd van een ambulance is meestal langer. Daarom zijn burgerhulpverleners letterlijk van levensbelang.
- Lees ook: Wat is een AED?
De Hartstichting wil de overleving bij een hartstilstand verhogen naar 25% door van Nederland een 6-minutenzone te maken. Dat betekent dat omstanders een slachtoffer binnen zes minuten de juiste hulp kunnen bieden.
6 doden per dag minder
Floris Italianer, directeur van de Hartstichting, roept Nederlanders die kunnen reanimeren op zich aan te melden als burgerhulpverlener. Als bijvoorbeeld 80.000 extra mensen zich zouden registreren, scheelt dat 6 levens per dag.
Op dit moment sterven in Nederland dagelijks 35 mensen buiten het ziekenhuis aan een hartstilstand. ”Het kan toch niet zo zijn dat mijn buurman een hartstilstand krijgt, maar ik zijn leven niet kan redden omdat ik niet op de hoogte word gebracht via de meldkamer,” vindt Italianer.
Reanimatiecursus
Kun je nog niet reanimeren? De Hartstichting organiseert ook reanimatiecursussen in Roosendaal en Wouw. In een reanimatiecursus leer je hoe je moet handelen bij een hartstilstand.
Een cursus duurt gemiddeld vier uur. Jaarlijks is er een terugkombijeenkomst om je vaardigheden op peil te houden. De kosten van de cursus (ongeveer 35 euro) worden in veel gevallen door de ziektekostenverzekeraar vergoed.
