Geen rancune bij coalitie Roosendaal

Foto: Goodness Shamrock / Flickr cc by-3.0

Hoewel de coalitiepartijen vraagtekens zetten bij de weg die de oppositie heeft bewandeld, staat de deur open om het gesprek aan te gaan.

Een rondje langs de fractievoorzitters van Roosendaalse Lijst, VVD, CDA en SP.

‘Ik zou het geen conflict noemen’

Eric de Regt (Roosendaalse Lijst) benadrukt: “De Kadernota bepaalt mede de koers voor 2016. Het is een te belangrijk document om te negeren. De handelswijze van de oppositie is ten koste gegaan van de inhoud. Persoonlijk had ik liever gezien dat de dialoog was gezocht. Toch zou ik de situatie nu geen conflict of crisis willen noemen.”

Ook meent De Regt dat de raad over het algemeen goed samenwerkt: “Als het gaat om zaken uit het coalitieakkoord, is het logisch dat de coalitie elkaar daar in steunt. Buiten dat akkoord om zijn de onderwerpen bepalend, niet wie ze bedenkt.”

En nu? “We moeten het gevoel van onmacht bij de oppositie wegnemen. Hoe de burgemeester dat aanpakt, maakt me niet uit, zolang iedereen maar open staat voor elkaars mening en daar respectvol mee omgaat.”

‘A hell of a job’

Jeroen van den Beemt (VVD) herhaalt wat hij op 11 juni tegen de raad zei: “Oppositie voeren is ‘a hell of a job’. Kritisch zijn op anderen zal het leuk doen bij de achterban maar levert op korte én lange termijn bitter weinig op.”

Volgens de VVD is er aan samenwerking geen gebrek. “Het afgelopen jaar is er naar mijn idee veel meer en veel positiever samengewerkt tussen oppositie en coalitie dan vóór de verkiezingen van 2014. Het kan altijd beter, maar dat had de oppositie ook best bij een kop koffie of een pilsje kunnen bespreken.”

Van den Beemt zou het jammer vinden als het geharrewar ten koste gaat van de burger. “Op die manier laten we kansen liggen om meer gezamenlijk, los van oppositie of coalitie, te werken aan de toekomst van onze mooie gemeente.”

‘Ik ben ook verbaasd’

“Het is een stevig signaal dat de oppositie afgaf”, zegt Sandra van den Nieuwenhof (CDA) die behalve verrast ook verbaasd was. “Nog maar twee weken daarvoor deden vier van de vijf oppositiepartijen nog volop mee aan het debat over de Kadernota in de commissievergadering. Wat heb ik daar gemist?”

Het CDA meent dat de partij wel degelijk luistert naar de oppositie. “We hebben afgelopen jaar 24 moties en amendementen gesteund van de oppositie. We beoordelen elke inbreng op inhoud, van welke partij die ook komt.”

Dus, was zo’n signaal nodig? “Ik denk dat dit ook via interne kanalen had gekund. Maar onze fractie staat open voor elk gesprek. Laten we vooruitkijken en samen werken aan een gezond politiek klimaat en een goed bestuur van Roosendaal.”

‘Eerst de raad, dan het college’

“Het is voor oppositiepartijen altijd veel lastiger om het beleid te beïnvloeden,” begint Ada Oudhof (SP) die tot 2014 zelf in de oppositie zat. “Natuurlijk is dat soms frustrerend. Spijtig dat er nu een soort patstelling is ontstaan. De oppositie vindt dat ze niet serieus genoeg wordt genomen, maar we steunen net zo goed hún initiatieven als die passen binnen onze ideeën.”

De hei op, zoals de burgemeester het noemt, vindt de SP geen goed goed plan. “Er zijn voldoende andere mogelijkheden om de ontstane situatie aan te pakken.” Zoals? Oudhof komt meteen met een voorzetje. Een mogelijkheid waar volgens haar iedereen beter van wordt.

“Nu is het nog zo dat het beleid al helemaal in de steigers staat op het moment dat het in de raad komt. Wij zouden graag zien dat eerst de raad debatteert over nieuwe initiatieven en dat het college daarna de uitgangspunten uitwerkt. Dat kunnen we gewoon met elkaar afspreken: daar hoeven we echt niet de hei voor op.”

Lees ook:

Dossier: Interviews
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen